Je kunt geen krant meer openslaan of je leest over klimaatverandering en CO2-uitstoot. Misschien vraag je je af welke acties we kunnen ondernemen om onze CO2-voetafdruk te verkleinen. Als architecten werken wij in een sector die verantwoordelijk is voor ongeveer 40% van de wereldwijde uitstoot. Klinkt erg, maar aan de andere kant betekent dit dat als wij architecten actie ondernemen en betere gebouwen ontwerpen, onze acties vrijwel direct effect hebben. In dit artikel geven we je wat achtergrondinformatie over de belangrijkste zaken die van invloed zijn op de CO2-voetafdruk van een gebouw, te beginnen met de basis:
- Wat is het Klimaatakkoord van Parijs en wat houdt het in?
- Welke rol speelt de gebouwde omgeving hierin?
- Hulpmiddelen ontwikkeld door en binnen de EU
- Wat kun jij zelf doen om aan een net-zero toekomst te werken?
1. Het Klimaatakkoord van Parijs
In 2015 hebben de 196 deelnemende landen aan de UN Climate Change Conference (COP21) in Parijs het zogeheten Klimaatakkoord van Parijs aangenomen. Het verdrag versterkt de wereldwijde reactie versterkt de wereldwijde reactie op de dreiging van klimaatverandering. Het is een internationaal, bindend verdrag dat alle aspecten van het gevecht tegen klimaatverandering beslaat, zowel It is an international, legally binding treaty that covers all aspects of the fight against climate change, zowel mitigatie, aanpassing als middelen voor implementatie.
Het verdrag heeft 3 belangrijke lange termijn doelstellingen:
- Voorkomen dat de stijging van de gemiddelde temperatuur van de aarde meer dan 2ºC bedraagt ten opzichte van het pre-industriële niveau.
- Het vermogen vergroten om zich aan te passen aan de nadelige gevolgen van klimaatverandering en klimaatbestendigheid en ontwikkeling met een lage uitstoot van broeikasgassen bevorderen.
- Zorgen voor samenhang van alle geldstromen met een klimaatbestendig ontwikkelingsmodel met lage emissies.
Bron afbeelding: Sustainability for All
Implementatie van het Klimaatakkoord van Parijs vereist economische en sociale transformatie, gebaseerd op de best beschikbare wetenschap. Het klimaatakkoord van Parijs werkt met een vijfjarige cyclus van steeds ambitieuzere klimaatmaatregelen. De deelnemende landen hebben sinds 2020 hun nationale klimaatactieplannen ingediend. Op dit pad naar decarbonisatie heeft Spanje een zogenaamde “Lange Termijn Decarbonisatie Strategie” opgesteld. Deze strategie vormt een routekaart die uitlegt hoe we onze koolstofneutrale doelstelling in 2050 kunnen bereiken, met tussentijdse mijlpalen in 2030 en 2040. De realiteit is dus al heel dichtbij.
Bron afbeelding: Ministry for the Ecological Transition and Demographic Challenge, 2020 (Spanish Government)
2. Welke rol speelt de gebouwde omgeving hierin?
Gebouwen zijn verantwoordelijk voor ongeveer 40% van de uitstoot van broeikasgassen, voornamelijk CO2-equivalenten (CO2e). Ze zijn verantwoordelijk voor 50% van de winning van materialen, 50% van het totale energieverbruik, een derde van het waterverbruik en meer dan 30% van het geproduceerde afval. Daarom speelt de bouwsector een fundamentele rol bij het behalen van de doelstellingen voor het koolstofvrij maken van de economie die de Europese Unie heeft vastgesteld voor 2050.
Het plannen en bouwen van gebouwen neemt relatief veel tijd in beslag. En nadat ze gebouwd zijn, worden ze nog tientallen jaren gebruikt. Dit betekent dat als we investeren in de bouw/renovatie van een gebouw dat deze realiteit vandaag de dag de rug toekeert, we over minder dan 20 jaar een probleem hebben. Aan de andere kant, als we gebouwen willen hebben die goed presteren in 2050, dat wil zeggen, met geen of minimale CO2-uitstoot, moeten we nu handelen. Of anders gezegd, als je vandaag een gebouw met een lage CO2-voetafdruk laat bouwen, zoals een passiefhuis, onderneem je eigenlijk radicale klimaatactie!
Bron afbeelding: Ministry for the Ecological Transition and Demographic Challenge, 2020 (Spanish Government)
3. Hulpmiddelen voor architecten ontwikkeld door of binnen de Europese Unie
In het kader van de Overeenkomst van Parijs streeft de Europese Unie ernaar om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Dat betekent dat de EU zich ten doel heeft gesteld om in 2050 een economie te hebben met een netto broeikasgasuitstoot van nul. Dit doel vormt de kern van de zogenaamde Europese Green Deal en is in lijn met de Europese inzet om wereldwijd meer klimaatactie te ondernemen in lijn met de afspraken van het Akkoord van Parijs.
De Europese Unie heeft een reeks regels opgesteld om de lidstaten te helpen dit doel van klimaatneutraliteit te bereiken. Het is dan ook niet verrassend dat veel voorschriften van toepassing zijn op de bouwsector, waaronder de verplichting om bijna-energieneutrale gebouwen te bouwen, die al in 2020 werd ingevoerd. Bij ZEST architecture bouwen we al een paar jaar Near Zero Energy Buildings en veel van onze projecten zijn zelfs energie-efficiënter dan de NZEB, omdat veel van onze projecten passiefhuizen zijn.
Een gebouw met een minimale CO2-uitstoot tijdens zijn hele levensduur is echter niet alleen een energie-efficiënt gebouw. We moeten zo’n gebouw ook op de juiste manier bouwen en met een verantwoorde materiaalkeuze. Als we zulke gebouwen willen creëren, zullen architecten op de hoogte moeten zijn van alle internationale Europese normen, richtlijnen en verordeningen, die bepalen hoe de CO2-uitstoot en milieueffecten van gebouwen gemeten en bepaald moeten worden.
Gelukkig is de Europese Unie zeer actief op dit gebied. Een toegewijd team heeft een aantal hulpmiddelen ontwikkeld, die te zien waren tijdens de tweede editie van de conferentie “Decarbonizing architecture” die de Catalaanse bond van architecten (COAC) op 22 november 2023 had georganiseerd. Co Govers en Maria Matamala van ZEST waren daar natuurlijk bij.
3.1 Richtlijn voor Efficient Energieverbruik van Gebouwen (EPBD)
Dit is een richtlijn van het departement voor energie van Europese Commissie. Hopelijk keurt de Commissie deze richtlijn goed einde 2023. Hij is onderdeel van een serie maatregelen die de bouwsector helpen om klimaatneutraal te worden, zoals eerder uitgelegd. Deze richtlijn stelt minimum eisen vast, waaronder het verplicht meten van de koolstof uitstoot van elk gebouw. Naar verwachting komt er in 2026 een update van het Spaanse bouwbesluit, met daarin opgenomen de inhoud van de richtlijn.
3.2 Europese Taxonomie
Taxonomie is een classificatiesysteem opgesteld door de Europese Unie dat bepaalt of een economische activiteit als “duurzaam” of “groen” kan worden beschouwd. De Europese Unie heeft dit hulpmiddel ontwikkeld om duurzame investeringen te vergemakkelijken en te vergroten en om “greenwashing” tegen te gaan. Greenwashing is een praktijk waarbij bedrijven misleidende of valse informatie geven over de duurzaamheid van hun producten of diensten. Dit is een veelvoorkomend probleem op het gebied van duurzaamheid.
Bedrijven die onder deze verordening vallen, moeten de maatregelen bekendmaken die ze nemen op het gebied van milieu, sociale impact en governance (ESG).
De verordening werd van kracht in 2020 en stelt geleidelijke doelstellingen vast voor de overgang naar een duurzamer Europees economisch model met belangrijke deadlines. 2027 is de deadline voor alle beursgenoteerde bedrijven (inclusief KMO’s – Kleine en Middelgrote Ondernemingen) om te rapporteren volgens de taxonomie. Dit heeft gevolgen voor zowel bedrijven en financiële instellingen als voor de betrokken investeerders.
3.3 DGNB Certificaat
De Duitse Raad voor Duurzaam Bouwen (DGNB) heeft een eigen certificeringssysteem ontwikkeld zodat duurzaam bouwen in de praktijk toepasbaar, meetbaar en dus vergelijkbaar is en dat de verificatie van de Europese taxonomie integreert als standaardonderdeel van de certificering door middel van ESG-verificatie.
Inhoudelijk is het DGNB-systeem gebaseerd op drie essentiële paradigma’s die het onderscheiden van andere certificeringssystemen op de markt:
- Levenscyclusanalyse
- Holistische benadering
- Prestatiegerichtheid
Het DGNB-systeem omvat de drie centrale gebieden van duurzaamheid: ecologie, economie en sociaal-culturele kwaliteit, die even zwaar wegen in de evaluatie. Met het oog op de holistische benadering evalueert het DGNB-systeem ook de locatie, de technische kwaliteit en het proces.
Het certificaat is beschikbaar voor: gebouwen die al in gebruik zijn, bestaande gebouwen en renovaties.
Als hulpmiddel voor planning en optimalisatie helpt het alle partijen die betrokken zijn bij de bouw om duurzame producten van goede kwaliteit te implementeren. Dit certificaat is ook zeer nuttig in landen als Duitsland bij het aanvragen van financiering, omdat het een essentiële vereiste is voor sommige banken bij het ontvangen van steun of leningen met betere voorwaarden.
Dit onafhankelijke certificeringsproces dient als een transparante kwaliteitscontrole om de platina, gouden of zilveren status te bereiken.
3.4 LEVEL (s)
Hoewel er al talloze “groene” certificeringen voor gebouwen bestaan, zoals LEED of BREEAM, ontbreekt het deze aan een niet-commercieel criterium om de invloed van gebouwen op het milieu te meten.
Daarom heeft de Europese Commissie Level(s) in het leven geroepen: een vrijwillig kader dat bouwprofessionals in Europa kunnen gebruiken om de milieuprestaties van hun gebouwen te meten, rapporteren en delen. Het biedt een systeem om verbeteringen te meten en voor te stellen vanaf het ontwerp tot het einde van de levensduur van het gebouw. Het kan worden toegepast op woongebouwen of kantoren.
Level(s) maakt gebruik van indicatoren om de impact op koolstof, materialen, water, gezondheid, comfort en klimaatverandering te meten over de gehele levensduur van een gebouw en is gebaseerd op 6 macrodoelstellingen:
Bron afbeelding: Irish Green Building Council
En je kunt op drie niveaus werken: ontwerp, bouw en monitoring van de gebouwde realiteit.
Graphic source: Irish Green Building Council
Het belangrijkste kenmerk van Level(s) is het feit dat het uitgaat van een levenscyclusbenadering, waarbij de prestaties van een gebouw gedurende zijn hele levensduur worden geanalyseerd. Level(s) is ontwikkeld voor architecten, investeerders, ontwerpers, ingenieurs en bouwbedrijven. Op dit moment is er een bètaversie beschikbaar, die gratis is en voor iedereen toegankelijk.
Op regionaal niveau in Catalonië stellen de verschillende instellingen ook verschillende tools beschikbaar voor professionals:
Het ITEC (Instituut voor Bouwtechnologie van Catalonië) zal zich inspannen om alle informatie over de levenscycli van alle materialen in zijn database te verzamelen en het Col.legi d’Arquitectes de Catalunya ( COAC) zal dit jaar zijn CO2-berekeningstool in gebruik nemen.
4. Wat kun jij zelf doen om aan een koolstofvrije toekomst te werken?
Het idee dat een gebouw met een lage CO2-voetafdruk tijdens zijn levensduur duur zal zijn, is een mythe die we moeten bestrijden. Het IFC Green Buildings Report heeft de kostenimplicatie van duurzaam bouwen onderzocht en de extra kosten van een groen gebouw zijn minimaal, als er vanaf het begin rekening wordt gehouden met groen bouwen. Bij ZEST architecture weten we uit ervaring dat een goed groen ontwerp niet duur hoeft te zijn.
Bron afbeelding: IFC Green Buildings Report
Het decarboniseren van gebouwen begrijpen en er rekening mee houden, moet gebeuren vanaf de ontwerpfase. Om dit te doen, moet je samenwerken met goed geïnformeerde professionals die zich volledig en oprecht inzetten voor dit pad.
Wilt je er zeker van zijn dat je investering in een nieuw gebouw een goede investering is? Het minimaliseren van de ecologische voetafdruk van je gebouw kan de beste investering blijken te zijn die je ooit hebt gedaan. Een gebouw met een minimaal energieverbruik dat bestand is tegen het veranderende klimaat.
Praat met ons. Bij ZEST Architecture zijn we op de hoogte van alle hulpmiddelen om je op dit pad te helpen. Een telefoontje naar ZEST zou wel eens de meest radicale klimaatactie kunnen zijn die je ooit hebt ondernomen…